Tweede verslag (tot aan de herfstvakantie) - Reisverslag uit Enghien, België van Dion Looij - WaarBenJij.nu Tweede verslag (tot aan de herfstvakantie) - Reisverslag uit Enghien, België van Dion Looij - WaarBenJij.nu

Tweede verslag (tot aan de herfstvakantie)

Blijf op de hoogte en volg Dion

04 November 2018 | België, Enghien

Aangezien ik nog steeds geen internetaansluiting in mijn appartement in Edingen heb, heb ik tot dusver nog geen tweede verslag kunnen schrijven (althans: online kunnen zetten). Hoewel ik van donderdagavond 18 tot en met zondagmiddag 21 oktober en afgelopen week thuis ben geweest, heb ik door omstandigheden geen tijd gehad om dit verslag te schrijven.

De woensdagavond waarop ik het eerste verslag heb geschreven, ben ik weer naar Edingen gegaan. Die donderdag ontmoette ik een aantal basisschooljuffen, van wie ik met één ga samenwerken. Het is de bedoeling dat ik om de week op dinsdag twee uur bij de zesde klas en elke week op donderdag twee uur bij de vijfde klas ga assisteren. De lessen bij de basisschoolklas op dinsdag zijn om de week omdat de juf met wie ik ga samenwerken met een andere juf afwisselt.
Die donderdag ben ik bij twee banken langs geweest. Bij de eerste bank was het inschrijfbewijs en het/mijn nationale nummer niet voldoende om een bankrekening te kunnen openen. Bij de tweede bank waren deze documenten wel afdoende en ik heb bij deze bank dan ook een Belgische bankrekening geopend. Het was mogelijk om de bankpost in het Nederlands te ontvangen en ik vond het ook prettig dat de bankmedewerkster zowel Frans als Nederlands kon spreken. Eveneens ben ik donderdag de Colruyt binnengelopen, waar ik mij over de grootte (en de in mijn ogen schappelijke prijzen) verbaasde. Hier heb ik chocolade in de vorm van Sinterklaaspoppetjes – althans, Sinterklaas en Zwarte Piet staan op de verpakking afgebeeld – en een 16-maandenplanner gekocht. Ik wilde deze planner als agenda gebruiken, aangezien deze de enige die ik konden vinden, was die niet pas vanaf eind december kan worden gebruikt.
Vrijdag had ik vrij en ben ik naar een verzekeringsagentschap gegaan. Ik heb hier een verzekeringspolis aangevraagd. Het bedrag dat deze polis per jaar zou kosten, viel mij echter tegen – oftewel: vond ik nogal hoog. Hoewel ik aangaf dat ik waarschijnlijk alleen een brandverzekering nodig zou hebben, vertelde de medewerkster dat dit een goed dekkend pakket was dat goed bij mijn situatie zou passen. Met een dubbel gevoel verliet ik het kantoor. Deze vrijdag ben ik ook bij de provider waar ik mijn internetaansluiting bij heb aangevraagd, geweest om na te gaan of de datum waarop de technicus zou kunnen langskomen, naar voren kon worden verplaatst. Dit was helaas niet mogelijk. Mij werd echter wel een telefoonnummer dat ik naar aanleiding van deze vraag kon bellen, gegeven.
Deze dag voelde als een groot contrast met de dag ervoor (donderdag), want op donderdag was het mij gelukt om een bankrekening te openen, terwijl ik op vrijdag niet tevreden met het polisbedrag van de verzekering en de installatiedatum van de internetaansluiting was.
Zaterdag ben ik opnieuw naar de Colruyt gegaan, en heb ik een radio-uitzending van een programma dat ik graag beluister. Deze uitzending heb ik via een dagdatabundel teruggeluisterd. Wat ik echter niet had verwacht, was het dataverbruik van deze audio-opname (en het feit dat deze uitzending telkens opnieuw moet worden geladen als je opnieuw op de internetpagina belandt).
Zaterdag heb ik tevens de provider gebeld om na te vragen of de technicus niet eerder zou kunnen komen. Er werd mij geadviseerd maandag terug te bellen, aangezien mij die dag geen antwoord kon worden gegeven.
De zondag was een dag voor de schoonmaak, en een korte wandeling door de stad.
Maandag 15 oktober ontmoette ik een nieuwe lerares, met wie ik ook ga samenwerken. Zij en ik ontvingen een sleutel en een badge. Deze badge is om de schoolpoort te kunnen ontgrendelen, zodat er niet meer hoeft te worden aangebeld. Daar ben ik blij mee, want ik wist de eerste week niet of ik mocht aanbellen.
Tijdens een les hielp ik leerlingen die vragen over opdrachten over het Nederlands hadden. Na deze opdrachten werd de groep in tweeën gedeeld, waarbij ik één groep vragen over studeren in het buitenland stelde, om hen op deze manier Nederlands te laten praten. Dit voelde ongemakkelijk en ik was blij dat enkele leerlingen antwoord in het Nederlands durfden te geven en goed meededen. De overige leerlingen zeiden weinig tot niets, wat enigszins vervelend is, aangezien het als mijn taak voelde om ook hen Nederlands te laten spreken. Ik had drie blaadjes (‘kantjes’) met vragen en informatie opgezocht en afgedrukt, maar ik heb bijna niets hiervan gebruikt, omdat ik het ‘sullig’ vond om op deze blaadjes te kijken. Deze dag heb ik ook mijn rooster ontvangen.
Dinsdag kregen de leerlingen van mijn begeleidende lerares een spreekoefening waarbij ze in tweetallen een gesprekje omtrent het huren van een ‘kot’ moesten oefenen. De helft van de tweetallen ging met mij in een ander lokaal zitten om het gesprekje te oefenen. De leerlingen gingen met de oefening aan de slag en stelden enkele vragen. Ze vroegen allemaal een keer wat het woord ‘waarborg’ was (garantie). Mijn begeleidende lerares opperde het idee om een soort ‘battle’ te houden, waarbij één tweetal van elke groep het gesprekje in de hele klas zou moeten voeren en waarbij de lerares en ik zouden uitmaken wie de ‘winnaar’ was. De (meeste) leerlingen zagen dit wel zitten. De namen van de tweetallen werden genoteerd en later werden twee tweetalnummers (‘groepnummers’) getrokken. Deze tweetallen moesten het dus ‘tegen elkaar opnemen’. Toen de beslissing moest worden genomen, riepen leerlingen uit ‘mijn’ groepje dat ik wel wist wie ik zou moeten kiezen (een lichte vorm van chantage, dus :P ). Wij waren beide van mening dat het tweetal uit ‘mijn’ groepje het beste het gesprekje had gevoerd.
Tijdens de tweede helft van een andere les was het onderwerp van de te voeren discussie het milieu. Ik kreeg de keuze om de groep in tweeën te splitsen of om samen met de lerares de discussie te houden. Aangezien de groep groot was, besloot ik om de groep te splitsen. Ook bij deze discussie gaven twee of drie leerlingen antwoord. Andere leerlingen probeerden soms antwoord te geven. De overige zeiden helemaal niets. Ik ben dan wel blij met de leerlingen die telkens met antwoorden komen; het blijft lastig om hen allemaal Nederlands te laten praten. Zelf praat ik ook vaak te snel, waardoor de leerlingen mij niet of moeilijk kunnen volgen.
Tijdens mijn laatste les op dinsdag kwam ik in een nieuwe, kleine klas. Tijdens deze les gingen we film kijken. Het was de film Haar naam was Sarah. Voordat we deze film gingen kijken, stelde ik mij op verzoek voor. Opnieuw leek ik te snel te praten; mijn accent bleek ook een moeilijkheidsfactor. De film was met Nederlandse ondertiteling, waar ik toch wel blij om was, haha.

Tijdens de les van mijn begeleidende lerares op woensdag kregen de leerlingen een begrijpend-lezentekst over de elektrische auto en de gsm. Aan de hand van een woordenschatlijst lazen zij de Nederlandse tekst en moesten zij opschrijven hoe de elektrische auto van vroeger, nu en in de toekomst in de tekst werd beschreven. Verder moesten zij twee voordelen van de elektrische auto en vier voordelen van de auto met verbrandingsmotor uit de tekst halen en opschrijven. De antwoorden moesten zij in het Nederlands geven. De vragen die zij stelden, hadden betrekking op de betekenissen van ‘vroeger’, ‘nu’ en ‘in de toekomst’, ‘verbrandingsmotor’ en ‘Tweede Wereldoorlog’.
Donderdag woonde ik de eerste twee uur een basisschoolklas bij. Aangezien ik aanvankelijk meende een ‘maternelle’ klas te gaan bijwonen, liep ik het verkeerde gebouw binnen. Gelukkig was daar een juf die zo vriendelijk was om mij naar de basisschool te brengen. Hier zaten inderdaad de basisschooljuffen die ik de week ervoor had ontmoet. Hoewel ik bang was dat ik te laat was, bleek dit niet het geval te zijn. Tijdens de les stelde ik mij voor, waarop de juf vroeg of de kinderen één voor één hun eigen naam konden zeggen. Ik onthoud namen slecht, dus van alle namen die ik bij die voorstelronde (bijna letterlijk ‘ronde’) heb gehoord, zal ik er maar weinig hebben onthouden. De opdracht die de kinderen in tweetallen gingen uitvoeren, betrof het lezen van korte stukjes ‘getuigenverklaringen’ in een politiezaak over een met graffiti bekladde muur. Aan de hand van deze stukjes tekst moesten de kinderen namen van getuigen, straten, en vervoersmiddelen wegstrepen, om uiteindelijk één van elke categorie over te houden en zodoende de zaak op te lossen. Bij sommige tekstjes was het lastig om een aanwijzing eruit te halen (zelfs ik kon bij één of twee niets wegstrepen). Doordat het erg rumoerig bleef, besloot de juf om de tekstjes gezamenlijk te lezen en de opdracht gezamenlijk te maken. Hierdoor bleef er nog tijd over om een jongen, met wie ik toevallig de opdracht had gemaakt, voor zijn verjaardag te feliciteren. Er werd ‘Er is er één jarig’ gezongen. Sommige kinderen zongen echter ‘Dat kun je wel zien dat is zij’, in plaats van ‘hij’ (één letter verschil is ook maar een klein verschil). De jarige deelde uitnodigingen en doosjes met snoep uit. Op de doosjes waren skelettentanden getekend, waardoor deze doosjes op de kaak van een skelet leken. Erg leuk bedacht en gemaakt.
In nog een nieuwe klas stelde ik mij voor en stelden de leerlingen aan de hand van steekwoorden een klasgenoot voor. Op deze manier oefenden zij werkwoorden in de derde persoon te gebruiken. Zoals Nederlandse leerders van het Frans moeten leren om het werkwoord ‘avoir’ (‘hebben’) en niet ‘être’ (‘zijn’) bij het noemen van iemands leeftijd te gebruiken, hebben Franstaligen juist de neiging om het werkwoord ‘hebben’ bij iemands leeftijd te gebruiken.
Op maandag 22 oktober zag ik niet de lerares die ik had verwacht om in het lokaal dat in mijn agenda stond genoteerd, te zijn. Toen ik eenmaal was binnengelopen en de les was begonnen, werd duidelijk dat de ‘verwachte’ lerares de les van deze lerares na de vakantie zou overnemen. Zoals gewoonlijk werd mij gevraagd om mij voor te stellen. Ook nu sprak ik te snel, en ongearticuleerd. Twee leerlingen stelden in het Frans vragen aan de lerares, maar zij spoorde hun aan om deze vragen in het Nederlands aan mij te stellen, waar met enige moeite en aarzeling gehoor aan werd gegeven. Zo werd mij gevraagd of ik broers of zussen heb, welke opleidingen ik heb gevolgd, en ook waarom ik geen leraar ben, maar een assistent. Daarop antwoordde dat ik geen opleiding tot leraar heb gevolgd en daardoor geen lerarenbevoegdheid heb. Een andere vraag was welke talen ik sprak: Nederlands, Engels, een beetje Frans, en een klein beetje Duits. Achteraf gezien ben ik vergeten om ‘dialect’ op te noemen. Tijdens de les mocht ik observeren, maar doordat ik zag dat een leerlinge bij een opdracht er niet uit kwam, besloot ik op te staan en haar te helpen.
Na de les liep ik naar de bank, waar ik een afspraak had. Deze was echter gesloten, en bellen leidde tot niets. Aangezien ik deze afspraak samen met mijn verhuurster had, sms’te ik haar en zij kwam even later aangereden. Ook zij probeerde te bellen, maar kreeg geen gehoor. We spraken af dat ik ’s middags, wanneer de bank wel open was, nogmaals naar de bank zou gaan en haar te laten weten of de bank open zou zijn. Zo geschiedde: ’s middags kon ik de bank binnenlopen en een deel van de procedure om een geblokkeerde bankrekening te openen, afhandelen.

Dinsdagmorgen was ik vroeg op de basisschool, waar ik bij de juffen ging zitten. In de les werd de groep in vier groepjes verdeeld, waarna ik met één groepje naar een andere ruimte ging. Daar zou ik met de roulerende groepjes ‘Wie ben ik’ spelen (in het Frans ‘Qui est-ce’, ‘Wie is het/dat’). Op de kaartjes stonden woorden in het Halloweenthema, zoals heks, spin en spook. De kinderen vonden het soms lastig om de Nederlandse woorden te noemen, maar ze hadden er allemaal lol in. Ze bleven Frans met elkaar praten, maar stelden meestal ja-of nee-vragen in het Nederlands.
In de les van mijn begeleidende lerares kregen twee leerlingen een luistertoets, over het huren van een studentenkamer/kot. Kennelijk is het meervoud van ‘kot’ ‘kotten’. In de les werd ook over een zogenoemde ‘Halloween-run’, die de vrijdag erop zou worden gehouden, gepraat. Er was een promotiefilmpje voor deze loop gemaakt. Het Halloween-runparcours zou ook door de school lopen, waar zesdejaars de deelnemers zouden proberen te laten schrikken. Ik was ook uitgenodigd om erbij te zijn. Hoewel het mij erg leuk leek om erbij te zijn, kon ik er niet bij zijn.
Tijdens de pauze ontmoette ik de docent die met ziekteverlof was geweest. Zij gaf aan dat zij veel vrijheid heeft om haar lessen in te vullen en dat ik dus ook veel vrijheid had om invulling aan de lessen te geven. Ik zou zelfs mogen voorstellen om lessen te verzorgen, waarbij zij wel in het lokaal blijft.

Afgelopen week (van 29 oktober tot en met 2 november) was het herfstvakantie.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Dion

Op 8 oktober 2018 ben ik als taalassistent Nederlands bij een middelbare school in Edingen (Enghien in het Frans) aan de slag gegaan. Dit taalassistentschap duurt tot en met mei 2018. Ik woon in het kader van dit taalassistentschap in Edingen/Enghien. Via deze blog probeer ik een beeld van mijn leven en werk als taalassistentschap in Edingen te geven.

Actief sinds 09 Okt. 2018
Verslag gelezen: 505
Totaal aantal bezoekers 3556

Voorgaande reizen:

08 Oktober 2018 - 31 Mei 2019

Taalassistentschap in Edingen/Enghien, België

Landen bezocht: